In 2022 is Selo opgesplitst in drie delen: Selo Verpakking, Selo Food en Omori Europe. Objectiver heeft de aandeelhouders begeleid bij deze carve-out en verkoop. In dit interview spreken we Jeroen Mulder, na de opsplitsing actief bij Omori.

Meegroeien met de machine

Bijna zijn hele werkzame leven is Jeroen Mulder al actief bij Selo. Hij heeft de groei van de organisatie van dichtbij meegemaakt. Zelfs na het afzwaaien blijft hij actief vanaf de zijlijn: “Ik wil het goed achterlaten”.  

Hoe ben je binnengekomen bij Selo?

“Als werktuigbouwkundige ben ik in 1984 begonnen bij Selo. Ik heb een passie voortechniek en voor verpakkingen in z’n algemeenheid.  Veel van de door ons ontwikkelde verpakkingen hebben een prominente plek gekregen in de Nederlandse supermarkten en recent hebben we zelfs goud gehaald bij de Gold Star Packaging Awards. Op een gegeven moment werd de oud-eigenaar van Selo, Wim Seffelaar, ziek. Binnen de familie was er geen opvolging. Het management kreeg het aanbod het bedrijf over te nemen, waar ik ondertussen technisch directeur was geworden. Met z’n vieren, dus drie collega’s en ik, hebben we in 1999 een management buy-out gedaan.”

Er zijn meerdere deals geweest met Selo, hoe is dat ontstaan?

“Een private equity groep was mede-eigenaar van Selo. In 2015 heb ik Omori benaderd om het private equity stuk over te nemen. Een strategische partner was voor ons belangrijk omdat die anders kijken naar langetermijn investeringen. Voor Omori was het interessant omdat wij buiten Japan de grootste afnemer waren. Maar Omori had minder affiniteit met processingstechniek. Ik heb toen al afgesproken dat we het bedrijf in drie delen gingen splitsen. Het verpakkingsgedeelte was vooral interessant voor Omori. Ik denk dat dit een goede zet is geweest. Er zat niet zoveel synergie tussen de drie onderdelen. Zelf ben ik meegegaan met Omori.”

Waar zat de uitdaging in na de transacties?

“Het verdelen van personeel was moeilijk. Je hebt één team van mensen, en alle onderdelen moeten daar medewerkers uithalen. Er werd geselecteerd op basis van capaciteiten en interesse van de mensen zelf. Daarna was er een hele lange periode dat je moeilijk aan technisch personeel kon komen. Vooral mensen met een opleiding mechatronica waren moeilijk te vinden. Ook heeft de wereldpolitiek invloed op de verpakkingsindustrie. In tijden van economische groei kijkt iedereen naar mooie, onderscheidende, luxe verpakkingen.  In minder goede tijden kijkt men vooral naar het besparen van kunststof. Milieuvriendelijkheid, recyclebaarheid en kosten, dat zijn nu de thema’s. Zo blijft er voor leveranciers van verpakkingsmachines altijd een markt.”

Hoe kijk je eigenlijk terug op die trajecten?

“Als ik terugkijk op de opsplitsing, dan weet ik nog wel dat ik erg ongeduldig was. Ik dacht: Hoe lang moet dat allemaal duren? Wat ik vandaag bedenk, kan ik morgen maken. Dat was in het proces niet zo. Wat dat betreft was het fijn dat we een adviseur hadden, die meer ervaring had in dit soort trajecten en niet zenuwachtig wordt als het langer duurt. Ik ben elke dag bezig met mijn klanten, met discussies over verpakkingen en verpakkingsmachines. Als je zo’n traject gaat doen en er een rol in gaat spelen, dan gaat dat ten koste van de business. Als je iemand hebt aan wie je dat kunt overlaten, is dat prettig.”

Wat adviseer jij mede-ondernemers die binnenkort een transactie gaan doen?

“Ga zelf door met de business en laat de rest uit handen nemen door een specialist. Iemand die je kunt vertrouwen en waar je heel open tegen kunt zijn. Je moet niet alleen maar de mooie dingen laten zien. Je moet ook goed duidelijk maken wat de uitdagingen en problemen zijn. Ik heb zelf op tijd afgesproken dat mijn tijd bij Selo eindig is, dat heb ik in een contract laten zetten, zodat ik mijn aandelen op tijd kon aanbieden.” Hoewel hij geen aandelen meer heeft, is Jeroen nog actief voor het bedrijf. “Ik wil het goed kunnen achterlaten.”

Do 20 mrt - 11:11
Objectiver